De vlees-paradox
Mensen die tegen dierenmishandeling zijn, eten toch vlees dat onder erbarmelijke omstandigheden in de bio-industrie is geproduceerd.
Dit is de zogenaamde vleesparadox.
Volgens psychologen Brock Bastian en Steve Loughnan uit Australië is de ‘vleesparadox’ het psychologische conflict tussen onze voedingsvoorkeur voor vlees en onze morele afkeer van dierenleed.
Zij stellen dat ‘het schaden van anderen’ botst met het idee dat we morele mensen zijn, wat leidt tot een negatief zelfbeeld. Dat proberen we op te lossen door het gebruik van cognitieve dissonantie. Ik leg het hieronder uit.
Waarom Ik Geen Vlees Eet
De redenen waarom ik geen vlees eet zijn drieledig: gezondheid, milieu en dierenwelzijn.
Gezondheid: uit onderzoek blijkt dat het consumeren van rood vlees negatieve effecten kan hebben op de gewrichten en het risico op artrose kan verhogen. Bovendien is een plantaardig dieet vaak rijker aan voedingsstoffen die ontstekingsremmende eigenschappen hebben.
Milieu: de veeteelt is een belangrijke bron van broeikasgassen, ontbossing en waterverbruik. Volgens een rapport van de Verenigde Naties is de vleesindustrie verantwoordelijk voor ongeveer 14,5% van alle door mensen veroorzaakte broeikasgasemissies. Door minder vlees te eten, kan ik mijn ecologische voetafdruk aanzienlijk verkleinen.
Dierenwelzijn: de omstandigheden in de bio-industrie zijn vaak gruwelijk. Dieren worden vaak in kleine, vieze ruimtes gehouden en worden blootgesteld aan onmenselijke behandelingen. Het is voor mij onacceptabel om deel te nemen aan een systeem dat zoveel leed veroorzaakt.
“Hoe kan ik een goed mens zijn en toch vlees eten?”
Zelf probeer ik vooral plantaardig te eten, maar zoals de meeste mensen in westerse landen, doe ik dit niet altijd consequent. Ik eet nog wel yoghurt, kaas, eieren en af en toe vis. En dat botst met mijn ‘geloof’ in dierenwelzijn.
De vleesparadox begrijpen
Als we begrijpen waarom we vlees eten waarvan we weten dat het onder slechte omstandigheden is geproduceerd, kunnen we ook andere gedragingen verklaren die tegen onze diepgewortelde morele principes ingaan.
In mijn geval vind ik yoghurt en kaas nu eenmaal erg lekker en heb ik daar nog geen goede (lekkere) alternatieven voor gevonden. Net zoals samen eten vaak wordt geassocieerd met het eten van vlees met vrienden en familie. Die barbeque op een zwoele zomeravond is nu eenmaal erg verleidelijk.
Anderen geloven dat het niet mogelijk is gezond te leven zonder het eten van dierlijke producten. Vegetarisme wordt vaak in verband gebracht met slechte gezondheidsresultaten. Mensen stellen vragen als: “Hoe krijg je genoeg eiwitten?”
Sterker nog, mensen vinden het lastig om je uit te nodigen om te komen eten, want door je dieet ben je een moeilijke gast. Iets wat ik me kan voorstellen. Vegetariërs of mensen met een glutenallergie, lactose-intolerantie of allergie beperken nu eenmaal de keuze in voedingsmiddelen.
De invloed van geld op je geweten
Door problemen opnieuw te formuleren en er een prijskaartje aan toe te voegen, lijken sommige handelingen veel minder verwerpelijk. We zien de misstanden niet direct, dus voelen we ons er niet verantwoordelijk voor. We zien in de supermarkt alleen de goedkope prijs van een plofkip tegenover de vrije uitloop kip. Of het dure stukje vlees van het scharrelvarken ten op zichte van de kiloknaller.
Dit gaat niet alleen over het eten van vlees. Wanneer we dieren of mensen tot objecten reduceren en het ongemak vermijden dat wordt veroorzaakt door kennis over het lijden achter consumptiegoederen, maken we het gemakkelijker om met ons geweten in het reine te komen. Dezelfde processen zien we bij andere moreel onaanvaardbare, maar veelvoorkomende menselijke gedragingen die met geld te maken hebben.
We weten dat armoede groot lijden veroorzaakt, maar in plaats van onze rijkdom te delen, kopen we nog een paar dure schoenen. Dat bedelende kind in India merkt er immers niets van als ik een keertje naar Londen vlieg voor een leuke stedentrip met mijn vriendinnen. En we zijn tegen kinderarbeid en slechte werkomstandigheden zijn, toch blijven we winkelen bij bedrijven die kinderarbeid gebruiken zoals bijvoorbeeld Primark, want de spullen zijn zo lekker goedkoop.
We houden onszelf voor de gek om de illusie te behouden dat we ethische mensen zijn.
Cognitieve Dissonantie
Bij veel beslissingen rechtvaardigen we ons gedrag vaak achteraf. Deze excuses hebben we nodig om ons geen slechte mensen te voelen. Wanneer we inconsistente overtuigingen hebben of anders handelen dan we zeggen, noemen psychologen dit cognitieve dissonantie, een term die in 1957 werd geïntroduceerd door Leon Festinger.
Hij stelde dat deze dissonantie ons motiveert om ons gedrag of onze overtuigingen te veranderen om weer in harmonie te komen.
Festinger legde uit dat, net zoals honger ons motiveert om voedsel te zoeken, cognitieve dissonantie ons motiveert om situaties te vinden om deze dissonantie te verminderen. We kunnen stoppen met het eten van vlees, of redenen bedenken waarom het eten van vlees moreel acceptabel is.
De rol van reclame en marketing
Naast onze eigen pogingen om vlees eten te rechtvaardigen, maakt reclame het ons gemakkelijker. Volgens onderzoek van socioloog Liz Grauerholz worden dieren in de populaire cultuur vaak getransformeerd in vlees dat wordt gegeten, zodat de concepten ‘dier’ en ‘vlees’ los van elkaar lijken te staan.
We spreken bijvoorbeeld van ‘kalfsvlees’ in plaats van ‘baby koe’ en ‘ham’ in plaats van ‘varken’. Dit fysieke, verbale en conceptuele onderscheid zorgt ervoor dat we de werkelijke oorsprong van ons voedsel niet zien.
Grauerholz ontdekte twee manieren waarop dit gebeurt in commerciële afbeeldingen van vlees. De eerste toont vlees als gezuiverd, in plastic verpakt en in stukjes gesneden – het lijkt nauwelijks nog op een dier.
De tweede methode, vooral populair in Azië, is de ‘cutificatie’ van dieren, waarbij ze schattiger worden gemaakt dan ze werkelijk zijn. Dit moet de indruk wekken dat het vlees afkomstig is van vrolijke, denkbeeldige dieren en leidt af van de realiteit van dierenmishandeling.
Wanneer vlees geen voedsel meer is
Dit is iets wat ik bij mezelf heb gemerkt. Sinds twee jaar eet ik geen vlees meer. In het eerste jaar was er weinig verschil in mijn beleving van vlees eten; ik deed het niet meer en daarmee was de kous af. Na een tijdje begon ik echter een verandering te merken.
Ik zag vlees niet langer als een biefstuk, worstje of schnitzel, maar als een dier dat op mijn bord lag. Een intelligent varken, een koe met grote bruine ogen. Deze nieuwe perceptie maakte het voor mij onmogelijk om vlees nog als voedsel te zien. Dit terwijl ik nog wel vis eet, ook als ik daarbij aan Nemo denk.
Bronnen
Li, S., & Wu, R. (2020). Meat consumption and risk of rheumatoid arthritis: A systematic review and meta-analysis. Frontiers in Nutrition, 7, 579.Food and Agriculture Organization of the United Nations. (2013).
Tackling climate change through livestock: A global assessment of emissions and mitigation opportunities. FAO.
The Psychologie of eating animals: Steve Loughnan, Brock Bastian
Spaghetti al limone
Deze (verse) spaghetti met citroensaus heeft een verrassende frisse smaak en is supersnel klaar. Combineer met een frisse salade.
Zomerse pittige perzik en bimisalade
Een pittige zomerse salade met perzik, limoen, sojasaus en bimi, lekker met Basmati rijst.
Help, ik ben eenzaam
Voel je je eenzaam? Ontdek praktische tips om eenzaamheid te bestrijden: van vrijwilligerswerk en sociale activiteiten tot sportclubs en huisdieren.
Mediterrane Quiche met Ricotta en sjalotjes
Een quiche met een Mediterraan tintje. Heerlijk afgemaakt met honing, sesamzaadjes en citroenthijm. Lekker bij de lunch of bij een picknick.
Fruit uit de oven, het lekkerste en eenvoudigste toetje
Met fruit uit de oven maak je in een handomdraai een heerlijk toetje klaar. Varieer met ijs, Griekse yoghurt of als fruitvlaaitje.
‘Nee’ is een volledige zin
Hoe stel je grenzen op een duidelijke en toch vriendelijke manier over dingen die voor jou belangrijk zijn zoals jouw geld, lichaam, bezittingen en tijd.