Pim is de Superbro

‘Superbro’ is een boek over het laatste anderhalf jaar uit het leven van Pim. Hij is een sportieve rechtenstudent, die vol in het leven staat met bijbaantjes, vrienden en sport. Hij krijgt plotseling, op 21-jarige leeftijd, te horen dat hij leukemie heeft.

Het is een boek wat ik eigenlijk niet wil lezen, want als moeder met twee jongens in dezelfde leeftijd, komt dit veel te dichtbij. Toch begin ik eraan op aanraden van een vriendin. En vreemd genoeg valt het mee, hoewel het onmogelijk is om dit verslag met droge ogen te lezen. Ondanks het zware onderwerp leest het gemakkelijk omdat het vlot geschreven is.

Jet van der Voet, de schrijfster en moeder van Pim, neemt je mee in het ziekteproces. Ze vertelt over Pim, de oude gezonde en de nieuwe, de patiënt Pim. Door haar ogen krijg je een inkijkje in wat de diagnose en de behandeling doet met Pim, zijn familie en zijn vrienden.

De medische mallemolen

Behalve dat het een indrukwekkend boek is, is het ook leerzaam. Want als je zoiets niet mee hebt gemaakt in je eigen omgeving dan heb je geen idee van wat er bij komt kijken. Natuurlijk besefte ik dat een behandeltraject zwaar is en dat therapieën bijwerkingen hebben. Maar niet in welke mate.

Daarbij laat Pims verhaal zien dat er, ondanks de hoge kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg, nog wel het een en ander te verbeteren valt. En dan met name in de persoonlijke behandeling van de patiënt.

Bijvoorbeeld de ‘dokters line-up’ (pagina 20).

“De professor en zijn studenten gaan in een halve maan om Pims bed staan,
op een meter afstand van het bed. “Zóóó, meneer Mellink,” zegt de professor terwijl hij de juiste papieren opzoekt. “U heeft deze week …” – en
dan volgt een samenvatting van Pims behandeling van de afgelopen week
en eventuele bijzonderheden. De professor richt zich eigenlijk niet tot
Pim, maar via Pim tot de studenten.”

In een handomdraai ga je van mens tot studie-object. Er wordt niet met je gepraat maar over je. Ergens tussen neus en lippen door heb je daar  toestemming voor gegeven. En dit is maar één voorbeeld. Het boek staat er vol mee. En daarom zou iedereen die in de zorg werkt dit moeten lezen.

Het belang van een netwerk

Het verhaal maakt ook het belang duidelijk van een netwerk. Ik vraag me af hoe iemand zonder familie of goede vrienden in zo’n medische mallemolen zijn weg moet vinden. Het antwoord is waarschijnlijk dat die persoon daar in verdwaalt en daarom niet de behandeling en hulp krijgt die nodig is.

Want als je zo ziek bent dan heb je waarschijnlijk niet de kracht en de wil om uit te zoeken wat er moet gebeuren en hoe je aan (financiële) hulp kunt komen. Zelfs als hoogopgeleide naaste is het soms teveel of te moeilijk. In zo’n geval kan een patiëntenvereniging hulp bieden. Maar die moet je dan ook eerst zien te vinden.

Wat fijn dat de mogelijkheid tot euthanasie bestaat

Pim vraagt en krijgt euthanasie. Hij wil geen leven leiden wat geen volwaardig leven is. Het is geen gemakkelijke beslissing. Voor hem is het op een gegeven moment duidelijk, maar dan moet zijn familie en de artsen het er nog mee eens zijn. En dat heeft toch wat voeten in de aarde.

Want de euthanasieprocedure in Nederland is zorgvuldig. Moet dat ook zijn. De arts moet overtuigd zijn van de juistheid van de beslissing. Voor zijn geweten, maar ook omdat een arts geen risico wil lopen om een strafzaak aan zijn broek te krijgen.  Toch kan het lastig zijn als het voor jezelf duidelijk is dat het leven erop zit, dat je dan nog door moet, omdat anderen de sleutel tot je leven en dood in handen hebben.

Pim sterft op 22-jarige leeftijd. Dat is onvoorstelbaar, oneerlijk en hartverscheurend. Zo zie je maar dat je nooit weet wat het lot je brengt. Daarom ben lief voor elkaar, knuffel je naasten en geniet van de kleine dingen.

Het kan morgen zomaar afgelopen zijn.

Superbro cover
Uit Superbro: pagina 138

Verraad

Hoewel we nu al een aantal weken weten dat Pim er straks niet meer is, kunnen we onszelf er maar niet toe zetten om na te denken over wat en hoe daarna. Pim is daarin weinig behulpzaam. Ik heb Pim vaak gevraagd naar zijn wensen. Begraven of cremeren? Is het oké als hij wordt bijgezet in het familiegraf? Wat voor soort afscheid wil hij hebben? Hij weigert categorisch om over de gebeurtenissen na zijn dood na te denken en kapt mijn vragen af met:

 

“Het maakt me niet uit wat jullie gaan doen.”

 

“Zijn er dingen die je zou willen zeggen, Pim?”, vraag ik in een onbewaakt ogenblik. “Iets dat ik namens jou aan je vrienden en familie kan zeggen?” Aanvankelijk is het “neuh”. Maar beetje bij beetje komt er toch wat los. De gruwelijke hekel die hij heeft gekregen aan het woord ‘kanker’, waarmee de Haagse taal doorspekt is. Als hij ook maar een kleine bijdrage kan leveren aan het uitbannen daarvan? Met liefde spreekt hij over zijn vrienden. Hij hoopt dat ze niet teveel ‘vuilniszakken’, hun tijd verdoen met niks. Hij hoopt dat ze hun toekomst omarmen. Dat ze beseffen hoe mooi het leven is. Als ze toch eens wisten hoe hij heeft gepopeld om zijn leven weer op te pakken. En hij komt terug op zijn motto:

 

‘Zolang jullie aan mij denken, ben ik er nog’.

 

Op de website van superbro.nl vind je meer informatie over het boek, de stichting Hematon en kun je gratis het luisterboek downloaden.

De opbrengst van het boek (na aftrek van de kosten) gaat naar de Stichting Hematon, een patiëntenorganisatie voor mensen met een hemato-oncologische aandoening. De stichting geeft advies op praktisch, sociaal en financieel gebied.

 

Meer boeken

Hoe reageer jij op de vier tendensen?

Hoe reageer jij op de vier tendensen?

In het boek “De Vier Neigingen” verdeelt Gretchen Rubin de mensen in vier categorieën. Dat klinkt overzichtelijk en wellicht wat simplistisch. Toch werkt het verbazingwekkend goed. Dat doet ze door te kijken naar hoe mensen reageren op innerlijke en externe verwachtingen. De mens is een Obliger, Upholder, Questioner of een Rebel.

Lees meer

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je dan op onze nieuwsbrief

Pin It on Pinterest

Share This